Sophie schrijft: Hoe duurzaam is je telefoon? – Deel 3: Circulaire economie

Sophie de Maat is stagiaire bij Europe Direct Noord-Holland Noord en bijzonder geïnteresseerd in het milieu en duurzaamheid. De komende periode publiceert zij een reeks blogs waarin het thema duurzaamheid centraal staat. Zij belicht daarbij uiteenlopende onderwerpen, van de Duurzame Stad tot de Europese Unie en haar duurzame maatregelen. Ben je geïnteresseerd in duurzaamheid of wil je meer leren over duurzaamheid houdt deze reeks artikelen dan in de gaten!

In veel opzichten zitten we vast in een lineaire economie. In een lineaire economie worden grondstoffen verzameld, omgevormd tot producten, de producten worden gebruikt en uiteindelijk eindigt het product als afval. Een overgang van een lineaire economie naar een circulaire economie zal veel voordelen opleveren, ook voor het milieu. Een circulaire economie kijkt breder en houdt zich vast aan de aanpak ‘reduce, reuse en recycle’. Tijdens het verzamelen van grondstoffen wordt er verminderd waar mogelijk, producten worden gemaakt van herbruikbare grondstoffen of materialen, en in plaats van het product weggooien wordt het gerecycled.

Voor de mobiele telefoon industrie zal de overgang naar een circulaire economie veel van de problemen oplossen die in de vorige artikelen zijn beschreven, zoals e-waste en het feit dat telefoons nauwelijks worden recycled. Bedrijven die zich hiervoor inzetten zijn bijvoorbeeld ‘Fairphone’ en ‘Closing the Loop’. ‘Fairphone’ zet zich in voor een langdurig en duurzaam ontwerp, eerlijke materialen en grondstoffen, goede arbeidsomstandigheden en het hergebruiken en recyclen van telefoons. ‘Closing the Loop’ is een bedrijf dat het proces van mobiele telefoons circulair probeert te maken. Ze halen oude telefoons op in Ghana, om zo het elektronisch afval daar te verminderen. En vervolgens laten ze de telefoons in België recyclen. Waardoor een groot gedeelte van de metalen kan worden teruggewonnen.

Het voordeel van deze twee bovenstaande bedrijven is dat het productieproces en de bedrijven transparant zijn. Grote bedrijven als Apple en Nokia hebben veel minder inzicht in het productieproces, hier is er sprake van een gebrek aan transparantie. Met grote bedrijven is er ook vaak sprake van ‘greenwashing’. Een bedrijf doet zich dan groener voor dan dat het daadwerkelijk is. Maar dit wil niet zeggen dat deze bedrijven alleen maar een negatieve impact hebben op de mobiele telefoon industrie. Er zijn zeker ook grote bedrijven die bijvoorbeeld strijden voor duurzaamheid en conflictvrije mijnen. Maar met deze commerciële bedrijven blijft het einddoel altijd winst.

Je telefoon en het productieproces van je telefoon zijn uiteindelijk dus veel slechter voor milieu en mens als dat je misschien in eerste instantie dacht, maar de overgang naar een circulaire economie en duurzame bedrijven als ‘Fairphone’ en ‘Closing the Loop’ bieden de oplossingen voor problemen als e-waste, en het feit dat telefoons nauwelijks worden gerecycled. Ook het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in de mobiele telefoon industrie wordt gezien als een doel. Hier hebben bijvoorbeeld de mijnwerkers weer baat bij.

Bron: Het Groene Brein, Tegenlicht, Fairphone, Closing the Loop

Sophie schrijft: Hoe duurzaam is je telefoon? – Deel 2: Mijnwerkers

Sophie de Maat is stagiaire bij Europe Direct Noord-Holland Noord en bijzonder geïnteresseerd in het milieu en duurzaamheid. De komende periode publiceert zij een reeks blogs waarin het thema duurzaamheid centraal staat. Zij belicht daarbij uiteenlopende onderwerpen, van de Duurzame Stad tot de Europese Unie en haar duurzame maatregelen. Ben je geïnteresseerd in duurzaamheid of wil je meer leren over duurzaamheid houdt deze reeks artikelen dan in de gaten!

Ondergronds werken voor 12 uur per dag in gevaarlijke omstandigheden. Dat is de realiteit voor coltan mijnwerkers in Congo. Coltan is een mineraal dat wordt gebruikt voor het samenstellen van mobiele telefoons. Wist jij dat je telefoon uit wel meer dan honderd verschillende grondstoffen bestaat? Veel van die grondstoffen komen net als coltan uit Congo of uit andere derdewereldlanden.

Mijnwerkers in Congo, die essentiële mineralen voor de elektronica industrie winnen, werken onder slechte arbeidsomstandigheden. Daarnaast is er sprake van massale kinderarbeid in de mijnen. Wat het nog erger maakt is dat de winsten van de mineralen het bloedigste conflict sinds de Tweede Wereldoorlog in Congo financieren; de oorlog heeft bijna 20 jaar geduurd en is onlangs weer opgelaaid. Om deze redenen worden ze ook wel bloedmobieltjes genoemd.

Congo is een zwakke staat, waar rebellengroep de strijd met elkaar aangaan. En een kostbare stof in de grond maakt de situatie niet beter. De strijdende partijen verhandelen coltanerts op een illegale manier om de oorlog te financieren, want oorlogvoeren is niet goedkoop.

Enkele westerse organisaties zijn bezig met het opzetten van ‘conflictvrije mijnen’. Bedrijven als Nokia, Phillips, en Apple werken hier actief aan mee. Maar ook de Tweede Kamer zet zich hier voor in, een proefproject is opgestart om op een legale manier coltanerts te winnen. Het doel is om uiteindelijk een eerlijke en conflictvrije telefoon op de markt te brengen.

In het volgende en laatste deel van deze reeks, zal de weg naar een ‘fairphone’, en een circulaire economie worden toegelicht.

Bron: The Guardian en NRC

Sophie schrijft: Hoe duurzaam is je telefoon? – Deel 1: E-waste

Sophie de Maat is stagiaire bij Europe Direct Noord-Holland Noord en bijzonder geïnteresseerd in het milieu en duurzaamheid. De komende periode publiceert zij een reeks blogs waarin het thema duurzaamheid centraal staat. Zij belicht daarbij uiteenlopende onderwerpen, van de Duurzame Stad tot de Europese Unie en haar duurzame maatregelen. Ben je geïnteresseerd in duurzaamheid of wil je meer leren over duurzaamheid houdt deze reeks artikelen dan in de gaten!

De grootste problemen, in de mobiele telefoon industrie, naar mijn mening, zijn het e-waste wat wordt geproduceerd, de werkomstandigheden van de mijnwerkers, en het feit dat telefoons moeilijk recyclebaar zijn. In deze driedelige reeks gerelateerd aan de vraag: Hoe duurzaam is je telefoon?, zullen alle drie de thema’s nader worden toegelicht. Dit eerste gedeelte zal gaan over e-waste, het elektronisch afval.

Een telefoon bestaat uit vele onderdelen. Maar wist je bijvoorbeeld dat er ook goud zit in je telefoon! Daarnaast zitten er ook andere waardevolle metalen, zoals koper, zilver en platina, in een telefoon verwerkt. Deze onderdelen komen van over de hele wereld. Het terugwinnen van goud heeft een nieuwe wereldwijde industrie gestart, wat ook wel urban mining wordt genoemd.

Veel elektronisch afval van geïndustrialiseerde landen wordt in derde wereld landen gedumpt, voornamelijk West-Afrika. Voormalige natuurparken zijn nu plekken waar tonnen e-waste worden gedumpt. Al dat elektronisch afval wordt uit elkaar gehaald door kinderen van vijf, zes jaar. Ze slaan het kapot of ze verbranden het, om bij de edele metalen te komen. Door dit proces komen er veel giftige zware metalen in de atmosfeer en in de bodem, wat verwoestend werkt op milieu en volksgezondheid. Deze metalen kunnen zelfs in de voedselketen en uiteindelijk het lichaam terecht komen. Dit veroorzaakt veel soorten ziektes, zoals kanker, hoge bloeddruk enz. De kinderen die dit werk doen, verdienen nog geen euro per dag. Het geld dat ze verdienen gaat op aan medicijnen.

Helaas is dit niet het enige probleem in de mobiele telefoon industrie. Ook mijnwerkers hebben het zwaar, daar zal het volgende gedeelte van deze reeks artikelen over gaan. Maar gelukkig is er ook hoop, met de beweging richting een circulaire economie, waarin bedrijven hard werken om telefoons toch te recyclen. Hier zal het laatste gedeelte over gaan in de reeks ‘ Hoe duurzaam is je telefoon?’.

Bron: Tegenlicht

Sophie schrijft: De stad van de toekomst

Sophie de Maat is stagiaire bij Europe Direct Noord-Holland Noord en bijzonder geïnteresseerd in het milieu en duurzaamheid. De komende periode publiceert zij een reeks blogs waarin het thema duurzaamheid centraal staat. Zij belicht daarbij uiteenlopende onderwerpen, van de Duurzame Stad tot de Europese Unie en haar duurzame maatregelen. Ben je geïnteresseerd in duurzaamheid of wil je meer leren over duurzaamheid houdt deze reeks artikelen dan in de gaten!

In de toekomst zal de wereldbevolking oplopen naar 9 miljard, en volgens de Verenigde Naties zal maar liefst 70 procent daarvan in steden wonen. Er is een groot verschil tussen de stad en het platteland. Wonen op het platteland betekent vaak meer ruimte, veel groen en een schonere lucht. Maar hoe kan de stad ook aangenamer, schoner en groener worden gemaakt, zodat het leefbaar blijft voor iedereen? Er is behoefte aan het verduurzamen van steden.

Er zijn verschillende vlakken waarop de stad kan verduurzamen. Met betrekking tot de voedselconsumptie zal in duurzame steden efficiënt gebruik worden gemaakt van de beschikbare  ruimte. Voedsel zal in gebouwen of op daken verbouwd worden, ook wel urban farming’’ of ‘vertical farming’ genoemd. En bijkomstigheid is het feit dat er op deze manier ook geen transport naar de stad meer nodig is. Daarnaast zal voedselverspilling zoveel mogelijk worden vermeden, bijvoorbeeld door middel van restaurants die koken met restvoedsel. Andere voorbeelden zijn recycling en het creëren van een circulaire economie, waarbij niet wordt weggegooid maar juist wordt hergebruikt. Hiernaast kan ook worden gedacht aan veel groen, energie van hernieuwbare bronnen, regionalisering en duurzaam vervoer zoals fietsen en elektrische auto’s.

Dit zijn enkele voorbeelden van hoe een duurzame stad er in de toekomst uit zal kunnen zien. Maar er zijn nu zelfs ideeën voor drijvende steden. Blue Frontiers is zo’n bedrijf dat duurzame drijvende steden ontwikkelt. Joe Quirck, medeoprichter van Blue frontiers, gelooft dat deze drijvende steden een hulpmiddel kunnen zijn bij het redden van het milieu. Een stijgende zeespiegel is één van de gevolgen van de opwarming van de aarde. Een drijvende stad zou de perfecte oplossing zijn aangezien het overstromingsgevaar op deze manier wordt weggenomen. Bovendien kunnen klimaatvluchtelingen opgevangen worden in zulke steden. En daarnaast redden de drijvende steden de  koraalriffen die door klimaatverandering en de opwarming van de aarde aan het verdwijnen zijn. Het koraal kan nog herstellen als de temperatuur van de zee daalt. Blue frontiers heeft speciale platforms ontwikkeld die schaduwen creëren in het water, zodat de temperatuur kan dalen. In 2020 wordt de eerste drijvende stad gebouwd.

Sophie de Maat

Bronnen:

 

Sophie schrijft: De impact van ‘fast fashion’

Sophie de Maat is stagiaire bij Europe Direct Noord-Holland Noord en bijzonder geïnteresseerd in het milieu en duurzaamheid. De komende periode publiceert zij een reeks blogs waarin het thema duurzaamheid centraal staat. Zij belicht daarbij uiteenlopende onderwerpen, van de Duurzame Stad tot de Europese Unie en haar duurzame maatregelen. Ben je geïnteresseerd in duurzaamheid of wil je meer leren over duurzaamheid houdt deze reeks artikelen dan in de gaten!

Wij, de westerse samenleving, kopen ontzettend vaak kleding, het liefst zo veel en zo goedkoop mogelijk. Wist je dat het aanbod daarop wordt aangepast?. Veel winkelketens hebben nu in plaats van één collectie per seizoen, elke week of soms zelf elke dag nieuwe kleding in de winkel hangen, zeker online winkels. Ons koopgedrag is een grote oorzaak van de commercialisering van de mode-industrie.

Voorheen was er nauwelijks bericht over de impact van de  ‘fast fashion’ industrie. Maar dat veranderde in april 2013, toen de grote kledingfabriek Rana Plaza in Bangladesh instortte. Meer dan duizend kledingarbeiders kwamen om het leven. En voor het eerst kwamen de slechte omstandigheden aan het licht.

De sociale impact van de kledingindustrie is groot. 45 Miljoen mensen werken wereldwijd in de kledingindustrie en zeven procent daarvan zijn kinderen. De arbeider is de dupe van goedkope kleding. Het bedrijf pakt de winst, terwijl de arbeider maar 0,6 procent van de volledige opbrengst krijgt. Met de goedkope kleding van nu gaat het uiteindelijk om een paar cent per kledingstuk. Arbeiders kunnen niet voor zichzelf opkomen, in de meeste gevallen kunnen ze geen andere baan krijgen. In opstand komen heeft geen zin voor de arbeiders, er zijn namelijk genoeg mensen om hun plek in te nemen. Bovendien is er geen sprake van een vakbond waarin de arbeiders zich kunnen verenigen.

Naast de sociale impact is er ook nog de impact van de kledingindustrie op het milieu. Om stoffen als katoen en polyester te verbouwen is er veel water, land en bestrijdingsmiddelen nodig. Voor het maken van een spijkerbroek is er bijvoorbeeld 9982 liter water nodig. Dit water wordt verbruikt in het gehele proces, van het groeien van katoen, tot verven, afwerking en transport. Daarnaast komen er in het wassen van deze stoffen microvezels vrij, die in onze zeeën en oceanen eindigen, en bijdragen aan de formatie van de plastic soep. Dit heeft ook impact op onze eigen gezondheid, wij krijgen die microvezels weer binnen door water en voedsel.

Kleding wordt kort gedragen en snel weer weggedaan. Elk jaar wordt er 35 miljard kilo kleding geproduceerd, waarvan 40% wordt weggegooid. Veel kleding wordt teruggestuurd naar derdewereldlanden waar het op grote hopen verdwijnt. De verf en chemicaliën gebruikt in de kleding vervuilen het drinkwater, en in sommige gevallen leidt het zelfs tot verstandelijke of lichamelijke beperkingen.

Duurzaamheid gaat dus niet alleen over energiebesparing en zuinig autorijden. Het behelst veel meer, waaronder de hippe shirtjes en broeken waarmee wij ons kleden. Het kan geen kwaad om daar eens over na te denken…

Sophie de Maat

Bron: http://www.spatonline.nl/2016/11/fast-fashion-de-echte-waarde-van-kleding/