De Europese Commissie kan worden beschouwd als het ‘dagelijks bestuur’ van de EU. De leden van de Europese Commissie worden eurocommissarissen genoemd. Elke eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden. Momenteel zijn er 27 eurocommissarissen, voor elke lidstaat één. De eurocommissarissen moeten het belang van de Europese Unie als geheel behartigen, niet dat van hun eigen land.
De Europese Commissie oefent vier hoofdtaken uit:
De voorstellen van de Commissie hebben vooral betrekking op terreinen die in de verdragen zijn vastgelegd, zoals met name douane, vervoer, industrie, sociaal beleid, landbouw, milieu, energie, regionale ontwikkeling, handelsbetrekkingen of ontwikkelingssamenwerking.
De Europese Commissie mag als enige EU-instelling wetsvoorstellen indienen. Daarnaast controleert de Commissie of de Europese wetgeving juist wordt toegepast in de lidstaten. Bij overtredingen kan de Commissie een lidstaat dwingen zich aan Europese regelgeving te houden, door een procedure te starten bij het Europese Hof van Justitie.
Verder onderhandelt de Commissie in internationale organisaties als de Wereldhandelsorganisatie (WTO) over de handel van de Unie met ‘het buitenland’. Zo wordt vastgesteld of overheden elders in de wereld ongeoorloofde staatssteun aan industrietakken geven, waardoor de Europese concurrentiepositie in gevaar komt. Ten slotte is de Commissie verantwoordelijk voor het beheer van de Europese begroting.