Europese klimaatwet verder aangescherpt

De milieucommissie in het Europees Parlement stemde op dinsdag 30 mei 2017 in met een verdere aanscherping van de Europese klimaatwet. Het wetsvoorstel formuleert doelstellingen voor de verplichte CO2 uitstootvermindering van lidstaten. De verlagingen dragen bij aan het behalen van de EU-brede doelstelling van minder uitstoot en het Klimaatakkoord van Parijs. Nederland moet in 2030 36% minder broeikasgassen uitstoten dan in 2005.

Klimaatakkoord Parijs

In het klimaatakkoord van Parijs, dat op 4 november 2016 in werking trad, is afgesproken dat de EU zijn uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 30% heeft verminderd (t.o.v. 2005). “Wij laten met deze klimaatwet zien dat Europa de internationale afspraken nakomt. We zetten zo een flinke stap om klimaatverandering aan te pakken,” aldus de rapporteur in het EP, Gerben-Jan Gerbrandy. Op 1 juni 2017 kondigde de Amerikaanse president Trump aan dat de VS zich terug trekken uit het klimaatakkoord van Parijs, zij doen hiermee een stap in tegengestelde richting.

Nationale inspanningen

De Effort Sharing Regulation, zoals de klimaatwet officieel heet, maakt het mogelijk om dit EU-brede doel op te knippen in nationale bindende doelstellingen. Elke EU-lidstaat volgt een emissie reductie traject dat wordt berekend met 2018 als startjaar. Om de lange termijn reducties te waarborgen hebben de leden van het Europees Parlement (EP) tevens een doelstelling voor 2050 geformuleerd, 80% minder uitstoot dan in 2005.

Verplichte uitstootvermindering

De verplichte uitstootvermindering van de lidstaten is aangescherpt met een extra hoeveelheid CO2 van 390 miljoen ton voor de periode 2021 tot 2030. Dat staat gelijk aan de jaarlijkse uitstoot van zo’n tachtig kolencentrales. “De stemming vergroot de zekerheid dat de EU aan het klimaatdoel van 40% uitstootreductie in 2030 gaat voldoen. Lidstaten moeten vanaf 2020 direct aan het werk om de uitstoot te verminderen,” aldus Gerbrandy.

Klimaatwet

Deze klimaatwet dekt de uitstoot van broeikasgassen die buiten het EU CO2-emissiehandelssysteem vallen, zoals transport, afval, landbouw en gebouwen. Deze sectoren zijn verantwoordelijk voor zo’n 60% van de broeikasgassenuitstoot in Europa. Gerbrandy: “We moeten er allen aan werken om het Klimaatakkoord zo ambitieus mogelijk uit te voeren. Dit aangenomen voorstel voorkomt dat nationale regeringen nog jaren wachten met maatregelen. Nu is het moment om te investeren in schone oplossingen.”

Vervolgstappen

Na deze stemming in de milieucommissie stemt het Europees Parlement komende week tijdens de plenaire zitting over het rapport. De Europese milieuministers nemen naar verwachting tijdens de Raadsvergadering op 19 juni een besluit over hun positie.

Door: Ilse Buijs, Huis van de Nederlandse Provincies
Bron: https://europadecentraal.nl/europese-ster/

Factsheet: alles over Europa, energie en klimaat

De Europeanen hebben veilige, duurzame en betaalbare energie nodig. Energie is bij onze manier van leven van vitaal belang en onontbeerlijk voor de essentiële dagelijkse dienstverlening waarvan wij en onze bedrijven gebruikmaken. De Europese Unie is goed voor een vijfde van het totale energieverbruik wereldwijd, maar beschikt zelf over weinig reserves. Dit heeft enorme gevolgen voor onze economie. Sinds 2010 streeft de EU ernaar de uitstoot van broeikasgassen uiterlijk 2020 met ten minste 20 % te verminderen, het aandeel van hernieuwbare energie tot ten minste 20 % van het energieverbruik te verhogen en 20 % of meer energie te besparen. Hoe de Europese Unie tegenover (duurzame) energie en de klimaatverandering staat, vind je in een overzichtelijke factsheet terug. Deze is online te bekijken, in pdf te downloaden of te bestellen in de EU Bookshop.

Deze factsheet geeft in het kort informatie over het EU-beleid op het gebied van:
• het importeren van energie,
• de opbouw van een Europese infrastructuur,
• de vermindering van de uitstoot,
• de ondersteuning van hernieuwbare energie,
• de uitbreiding van de interne markt voor energie,
• verhoging van de energie-efficiëntie, en
• onderzoek en innovatie op het gebied