Wat doet de EU: Energie

Leuk, al dat gepraat over de EU, maar wat doet de Europese Unie eigenlijk? De komende periode zullen we je met korte stukjes tekst meer vertellen over wat de Unie doet om het leven van de mensen in Europa en daarbuiten te verbeteren. Vandaag gaan we in op het onderwerp Migratie.

Met haar energiebeleid wil de EU zorgen voor een veilige, concurrerende en betaalbare energievoorziening en tegelijkertijd haar klimaatdoelstellingen behalen.

Europa wordt geconfronteerd met een aantal grote energie-uitdagingen. Onze afhankelijkheid van energie-invoer is bijzonder dringend, want de EU voert op dit moment meer dan de helft van haar energie in, wat haar 400 miljard euro per jaar kost. Andere grote uitdagingen zijn mogelijke verstoringen van de energievoorziening, hoge energieprijzen voor huishoudens en bedrijven, en gezondheidsproblemen door de uitstoot van broeikasgassen en andere schadelijke gassen, vooral bij de verbranding van fossiele brandstoffen.

De EU-doelstellingen voor 2030 zijn:

  • een bindende daling met 40 % van de uitstoot van broeikasgassen in vergelijking met 1990;
  • een bindende doelstelling van ten minste 27 % hernieuwbare energie in de EU;
  • een toename van de energie-efficiëntie met ten minste 27 % (de Commissie heeft voorgesteld dit tot 30 % te verhogen), en
  • de voltooiing van de interne energiemarkt — een elektriciteitsinterconnectie van 15 % tussen EU-landen bereiken en
  • voortgang boeken bij belangrijke infrastructuurprojecten.

Wat doet de EU?
Om die uitdagingen aan te gaan en de EU-doelstellingen te behalen, heeft de Europese Commissie een Europese energie-unie opgericht. Het project moet zorgen voor gegarandeerde, betaalbare en duurzame energie voor burgers en bedrijven door de energie vrij over de nationale grenzen binnen de EU te laten stromen. Het zal ook nieuwe technologieën en infrastructuurprojecten bevorderen om de energiemarkten van Europa te verbinden, de rekeningen van huishoudens te verlagen, banen te scheppen en groei te stimuleren. Op die manier kan Europa voorop blijven lopen in de productie van hernieuwbare energie en in de strijd tegen klimaatverandering. Met de oprichting van een Europese energie-unie zal Europa ook met één stem kunnen spreken over wereldwijde energiethema’s.

De volgende aanvullende beleidsmaatregelen en acties zullen ertoe bijdragen dat de EU haar doelstellingen zal behalen:

  • de Europese strategie voor energiezekerheid, die maatregelen voorstelt om de zekerheid van de energietoevoer van de EU te versterken;
  • een veerkrachtige en geïntegreerde energiemarkt in de gehele EU. Nieuwe gas- en elektriciteitsnetten worden gebouwd dankzij de 5,35 miljard euro die beschikbaar is via de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen. Financiering is ook beschikbaar via het Europees Fonds voor strategische investeringen. Tegelijkertijd worden regelgevende belemmeringen weggenomen en worden gemeenschappelijke regels opgesteld om de concurrentie tussen leveranciers te bevorderen en de consumenten meer keuze te geven;
  • toegenomen binnenlandse energieproductie in de EU, vooral uit hernieuwbare energiebronnen;
  • meer veiligheid in de energiesectoren van de EU, met strikte regels over aangelegenheden zoals de opslag van kernafval en de exploitatie van olie- en gasplatforms.

Meer informatie vind je hier

Hoe komt de Europese naheffing tot stand?

Wanneer het bruto binnenlands product (bbp) van een EU-lidstaat uiteindelijk anders uitvalt dan oorspronkelijk is ingeschat, volgt er een Europese naheffing of teruggave. Dit is nodig omdat alle lidstaten ieder jaar een bepaald percentage van hun bbp afdragen aan de Europese Unie. Wanneer het bbp verandert, verandert de bijdrage dus ook.

Nederland kreeg in oktober 2015 een naheffing van 446 miljoen euro. Omdat het kabinet voor mogelijke naheffingen 612 miljoen euro reserveerde in de begroting, werd deze naheffing als een meevaller gezien. De politiek reageerde dan ook weinig verbaasd. Nederland heeft tot december de tijd de naheffing te betalen.

In 2014 leidde de naheffing van ruim 642 miljoen euro tot meer ophef in Nederland. Minister Dijsselbloemi liet weten dat hij ontstemd was over de gang van zaken, maar dat Nederland uiteindelijk wel zou betalen. Veel oppositiepartijen waren ontevreden over de houding van Dijsselbloem inzake de naheffing. Het Verenigd Koninkrijk kreeg ook een naheffing. Hun naheffing was de hoogste van de EU, namelijk 2,1 miljard euro, en premier Cameron weigerde in eerste instantie te betalen. Zowel Nederland als het Verenigd Koninkrijk kaartten de naheffing bij meerdere Europese toppen aan, maar betaalden uiteindelijk wel.

Lees verder >>

Bron: Europa-nu.nl