Lessenserie VO – klimaat in perspectief

Dankzij onze vaste partner Neios kunnen we de docenten voortgezet onderwijs onder u weer een nieuwe en actuele lessenserie aanbieden in de reeks Europa Actueel. In dit gratis lespakket, bestaande uit twee lessen en docentenhandleiding, wordt de aandacht voor het milieu en het klimaat in een historische context geplaatst. Met de huidige aandacht voor het klimaat is er volop gelegenheid om de actuele situatie hierin te betrekken. De lessenserie ‘Klimaat in perspectief’ is bedoeld voor bovenbouw HAVO/VWO en hier te downloaden.

Les 1 – Klimaatverandering in perspectief1

Les 2 – Klimaatverandering in perspectief2

Docentenhandleiding Klimaat

 

 

Gratis lesmateriaal (VO) over de Europese Verkiezingen

Jaarlijks ontwikkelt Europe Direct Noord-Holland Noord, in samenwerking met Neios en Akko, lesbrieven en docentenhandleidingen over Europese onderwerpen. Dit jaar staat, hoe kan het ook anders, de Europese verkiezingstijd centraal. Er worden maar liefst vier nieuwe voorzitters van Europese organen benoemd na de verkiezingen in mei 2019. Hoe zit dat precies. Waar stemmen we voor? Wat is het verschil tussen de  Het Europees Parlement, de Europese Commissie en De Europese Centrale Bank en de Eurogroep? En hoe past de Europese Raad daartussen?

Docenten kunnen dit lesmateriaal gratis gebruiken. Hieronder kunt u de documenten downloaden. Het is geschikt voor leerlingen van 4 HAVO/VWO of studenten HBO/WO. Kijk ook eens bij ons andere lesmateriaal via deze link. 

Win prijzen in het Weekend van de Wetenschap

Op EuropaOmDeHoek.nl kun je zien wat voor bijzondere dingen er in jouw omgeving gedaan worden met Europees geld. Veel van die dingen kun je tijdens het Weekend van de Wetenschap op 6 en 7 oktober gaan bekijken. Met deze quiz krijg je alvast een voorproefje. Je kunt tot zondag 7 oktober 2018 om 0:00 uur ’s nachts meespelen en gave prijzen winnen! Je leert tijdens de quiz over allerlei coole dingen die met Europees geld mogelijk gemaakt worden en die je tijdens het Weekend van de Wetenschap kunt bezoeken!

Je krijgt bij de start van de quiz handige tips. Veel van de 12 quizvragen gaan over projecten die je tijdens het Weekend van de Wetenschap kunt gaan bekijken. En weet je wat super handig is? Er is een pagina op deze website waar je al die projecten terug kunt vinden en dus ook een heleboel van de antwoorden. Check die pagina hier! De 10 beste inzendingen van de quiz krijgen een gave prijs!

De Hoofdprijs: een rondleiding bij Space Expo!
Als jij wint krijg je samen met je vrienden en/of familie een rondleiding bij Space Expo in Noordwijk! Je ziet hoe een raket gelanceerd wordt en leert alles over hoe het voor astronauten is om in de ruimte te zijn. Wie neem jij mee? Als je wint mag je het helemaal zelf bepalen! Gaaf, toch?!

2e & 3e prijs: NEMO Science Museum
NEMO in Amsterdam is misschien wel het allergaafste museum van Nederland. Als je tweede of derde wordt in de quiz win je gratis kaarten voor je hele gezin! In de nieuwe tentoonstelling ‘Leven in het heelal’ ga je hier mee op ontdekkingsreis naar de verste uithoeken van het heelal.

4e t/m 10e prijs: Europa Goodiebags
Deze winnaars krijgen een gave Europa goodiebag aangeboden, vol leuke goodies en verrassingen!

DOE MEE!

Vakantiekaartje uit Granada

Dat is nog eens een leuke verrassing! De 12-jarige Haitar Alaaddumi uit Granada, Spanje, stuurde ons een superleuke vakantiekaart toe. Met een Europees tintje natuurlijk! Op deze kaart tekende Haitar wat Europa voor haar betekent.

Europaweek op CSG Jan Arentsz

Van 12 t/m 14 maart hebben de leerlingen van vwo 3 zich ondergedompeld in het thema Europa. Aan de hand van de academische vaardigheden die ze zich eigen hebben gemaakt bij het vak WON moesten de leerlingen in groepjes rond een Europees thema een eigen onderzoek opzetten, uitwerken en presenteren. Dan blijkt toch maar weer hoe moeilijk goed onderzoek doen eigenlijk is; zowel voor de leerlingen alsook voor de begeleiders! Waar moet een goede hoofdvraag aan voldoen, hoe ziet een gedegen onderzoeksplan eruit? Is mijn onderzoek wel valide en zijn de resultaten betrouwbaar? De leerlingen waren klasoverstijgend ingedeeld, zodat zij alvast konden wennen aan de clusters in de bovenbouw. Dit project staat in het kader van de twee speerpunten op het vwo: onderzoekend leren en internationalisering. Op donderdag en vrijdag ging dezelfde groep voor het vak WON met filosofie aan de slag en hebben ze een hele week echt ander onderwijs kunnen genieten. Uitdagend, anders en vooral uit de comfort-zone. Dit smaakt naar meer!

Leerlingen Jan Arentsz in Europees Parlement

Op vrijdag 16 februari jl. kwamen leerlingen van verschillende scholen uit Noord-Holland samen om 4 dagen lang het Europese Parlement, in het MEP Noord-Holland (Model European Parliament), na te spelen. De organisatie was in handen van CSG Jan Arentsz Alkmaar en het Trinitas College uit Heerhugowaard. VWO-leerlingen Cecile en Jennifer schreven het onderstaande verslag:

Iedere deelnemer was lid van een commissie. De commissies hielden zich met dezelfde soort problemen bezig als de commissies van het Europees Parlement. Daarnaast vertegenwoordigde iedere school een land dat lid is van de Europese Unie. Er waren in totaal 4 commissies waarvoor ieder ‘land’ 2 deelnemers leverde.

De kennismaking op vrijdag vond plaats door een merengue cursus. Iedereen schudde zijn heupen los en liet zich van zijn beste kant zien. Het MEP werd ‘s avonds officieel geopend door wethouder Elly Konijn-Vermaas van Onderwijs en Kinderopvang. Zaterdag begon het harde werken. De leerlingen presenteerden de problemen, die zij hadden gevormd vanuit eerder opgestelde proefresoluties. Het duurde ook niet lang voordat er gedebatteerd werd. Zondag gingen de commissies verder met het debatteren over de problemen en het opstellen van de oplossingen. Aan het einde van de dag moesten alle commissies hun uiteindelijke resolutie inleveren, en werden verschillende taken voor maandag verdeeld onder de leerlingen.

Maandag was de grote dag: de Algemene Vergadering vond plaats in het Stadhuis van Haarlem. Elke commissie vertegenwoordigde hun resolutie die ze in de dagen ervoor hadden opgesteld. Er werd steeds één resolutie per uur behandeld. Na veel debatteren en overtuigende speeches is uiteindelijk alleen de resolutie van Cultuur en Onderwijs aangenomen. Maar ondanks dat, was het een zeer geslaagde dag en iedereen heeft goed zijn best gedaan. De beste deelnemers van de provinciale MEP mogen door naar het landelijke MEP, waaraan scholen uit heel Nederland meedoen. Van het Jan Arentsz zijn dit Sam Wiegers en Bart Sommer geworden, op de reservelijst staat Thijs Beeftink.

Gratis lesbrief Brexit bovenbouw HAVO/VWO

De Britten zijn hard aan het werk. Een afscheiding van de Europese Unie is namelijk geen makkelijke kwestie. Hoe het precies zit, is soms moeilijk uit te leggen, zeker aan jonge mensen. Daarom heeft Europe Direct Noord-Holland Noord in samenwerking met Bibliotheek Kennemerwaard een gratis lesbrief over dit onderwerp ontwikkelt. De lesbrief gaat samen met een docentenhandleiding. U kunt hem geheel volgen, maar de input ook gebruiken om uw eigen lessen te verduidelijken of aan te vullen. In de les is met name gezocht naar ondersteuning in de vorm van Youtube-filmpjes en krantenartikelen. Ook hiervan kunt u natuurlijk gebruik maken. De les is bedoeld voor de bovenbouw van HAVO/VWO. Momenteel ontwikkelen wij een nieuwe les, met als onderwerp de verkiezingen van het Europees Parlement in 2019. Wilt u op de hoogte blijven van onze lessen en evenementen? Stuur dan een mail naar: europa@europainnoordholland.nl.

Downloaden

Estland: onderwijsland van de toekomst? – 4

Van 19 tot en met 22 september 2017 bezocht een delegatie schoolleiders uit het PO, VO en MBO met het NSO/CNA Estland. Docent Wilko Gruizinga, teamleider en docent geschiedenis aan CSG Jan Arentsz in Alkmaar, maakte een essay over zijn ervaringen. Europe Direct zal zijn verhaal in vier delen publiceren. Dit is deel 4, waarin de toekomst wordt belicht.  

Mogelijke uitdagingen in de toekomst
Het lijkt dat de regering in Estland met een duidelijke visie en een meer centrale aanpak de goede weg is ingeslagen en goed onderwijs voor de toekomst gegarandeerd is. Toch kent het onderwijs in Estland enkele uitdagingen die zij het hoofd zal moeten gaan bieden. De eerste uitdaging is het samengaan van krimp en vernieuwing. Estland heeft een krimpende bevolking, wat een dalend aantal leerlingen betekent. Dit heeft weer tot gevolg dat jonge docenten – met veelal nieuwe ideeën en digitaal vaardig – de komende jaren niet genoeg de mogelijkheid zullen krijgen werk te vinden in het onderwijs. De krimpende bevolking zorgt er verder voor dat het ruime keuzeaanbod dat scholen overal in Estland willen leveren beperkt zal worden. Minder leerlingen zorgt voor minder inkomsten en dus minder keuzemogelijkheden. In verschillende dunbevolkte delen van het land heeft de staat het onderwijs van de lokale overheden al overgenomen om goed onderwijs voor de leerlingen te kunnen garanderen.

Een andere uitdaging voor het Ests onderwijs is dat een groeiend deel van de leerlingen na het basisonderwijs kiest voor een vervolg op het VO en steeds minder leerlingen kiezen voor het beroepsonderwijs. Volgens de OESO is investering in hoger onderwijs nog steeds een uitstekende investering, omdat hoger opgeleiden doorgaans betere banen, hogere belasting en premies betalen en minder vaak werkloos zijn (Eidhof, Houtte & Vermeulen, 2016). Belangrijk voor de economische opbloei van Estland na de val van het communisme waren echter de hoog opgeleide geschoolde vakmensen. Gaat Estland in de toekomst een tekort krijgen aan geschoolde vakmensen, met als gevolg dat investeringen uit het westen zullen stagneren? Of zal dit meevallen en weet Estland met haar vooruitstrevende visie dit negatieve tij tijdig te keren en voldoende werkgelegenheid te creëren in de dienstensector en met baanbrekende start-ups? De tijd zal het leren.

De grootste uitdaging van het onderwijs lijkt me gelegen in de rigide scheiding tussen het Russisch en het Ests onderwijs. Onderwijs is bij uitstek het middel om meer gelijkheid en de sociale cohesie te bevorderen. Overal in het land zie je de Estse vlag terug, zelfs op de Russisch orthodoxe kerk in Tallinn. De vraag lijkt echter gerechtvaardigd waar de loyaliteit van het Russische deel van de Estse bevolking ligt – zeker gelet op de onderhuidse spanningen bij het verplaatsen van het standbeeld van de Russische soldaat. Dat binnen het reguliere Ests onderwijs het Engels een steeds prominentere plek inneemt ten koste van het Russisch is gezien het zwaartepunt van de economie niet vreemd. Het kan echter wel het Russische deel van de bevolking meer van het land doen vervreemden. Zo kent Estland ruim 20 instellingen voor hoger onderwijs. Hiervan is geen enkel Russisch. Bij navraag naar het percentage Russen op het hoger onderwijs, moest men het antwoord schuldig blijven. Dat deze tweedeling in de bevolking gevoelig ligt, blijkt wel uit de ontwijkende antwoorden die gegeven werden op dit punt. Dit is ook niet gek in een periode waarin de Koude Oorlog met hernieuwd enthousiasme lijkt te worden hervat. De afgelopen jaren hebben zowel de NAVO als Rusland verschillende grootschalige militaire oefeningen uitgevoerd op de grens met de Baltische staten. Mocht het ooit misgaan zou hier de frontlinie van een nieuw militair conflict kunnen liggen. Dat de omgang met de Russische minderheid gevoelig ligt is dus zeker te begrijpen. Het gevaar bestaat echter dat een deel van het land zich op Rusland blijft richten en het andere deel naar het westen, waardoor deze twee bevolkingsgroepen elkaar de rug toekeren. Dit kan toch niet de bedoeling zijn van onderwijs?

Van stimulerende achterstand naar remmende voorsprong
Ten slotte een laatste uitdaging aan het adres van Estland. De afgelopen decennia heeft Estland de wereld doen verbijsteren met het doorvoeren van digitale vernieuwingen. Het land moest van ver komen en dat maakte deze sprongen voorwaarts des te opmerkelijk. Vanaf zijn onafhankelijkheid in 1991 kon het land zich opnieuw gaan vormgeven. Door goed om zich heen te kijken in andere landen en vanuit een vooruitstrevende visie heeft het land zich op de digitale snelweg begeven. Met veel succes. De wet van de stimulerende achterstand bracht vele voordelen met zich mee. De komende jaren dreigt het land in een nieuwe situatie terecht te komen. Op het gebied van digitalisering lijkt het land zijn achterstanden te hebben ingelopen en op sommige gebieden is het land zelfs voorloper geworden. Nu kan het land niet langer leren van de fouten van anderen en zal het zelf het digitale wiel moeten gaan uitvinden. Andere landen nemen nu juist Estland als voorbeeld. Het gevaar bestaat dat in deze situatie een land terecht komt in de wet van de remmende voorsprong, dat ervan uitgaat dat als een land een voorsprong heeft op een bepaald gebied de neiging ontstaat dat de stimulans om verdere verbetering of vooruitgang te zoeken daalt. Door te berusten in een voorsprong wordt een land geremd zich verder te ontwikkelen. Hopelijk weet Estland door een hoge mate van urgentie dit lot te omzeilen.

Lees ook:

Bronnen:
● Eidhof, B., Houtte, M. v. & Vermeulen, M. (2016) Sociologen over onderwijs. Antwerpen: Garant Uitgevers.
● Health behaviour in school-aged children (HBSC) study (2012): international report from the 2009/2010 survey: Social determinants of health and well-being among young people.
● PISA 2012 Results in Focus (2012): What 15-year-olds know and what they can do with what they know.
● Robinson, K. & Aronica, L. (2015) Creative schools: revolutionizing education from the ground up. UK: St. Ives plc: Allen Lane.
● Visser, J. (2015) Wat de Esten en de Finnen ons kunnen leren over leren. De Correspondent.
● Visser, J. (2013) Finland is niet het beste jongetje van de klas. De Correspondent.
● VPRO-tegenlicht (2015) E-stonia: een land als een start-up.

Estland: onderwijsland van de toekomst? – 3

Van 19 tot en met 22 september 2017 bezocht een delegatie schoolleiders uit het PO, VO en MBO met het NSO/CNA Estland. Docent Wilko Gruizinga, teamleider en docent geschiedenis aan CSG Jan Arentsz in Alkmaar, maakte een essay over zijn ervaringen. Europe Direct zal zijn verhaal in vier delen publiceren. Dit is deel 3, waarin Wilko dieper ingaat op de digitalisering van het onderwijs. 

Digitalisering aan de basis van toekomstig succes?
Digitalisering staat mogelijk wel aan de basis van komende successen in het Ests onderwijssysteem, maar is zeker niet de oorzaak van de huidige hoge scores. Op de voorbeeldschool in het VO die wij hebben bezocht heb ik geen laptops gezien en waren het de enkele mobieltjes die leerlingen mochten gebruiken in de les – in combinatie met een enkele powerpoint – die het onderwijs digitaal maakte. Wel was er een apart lokaal met vaste computers waar leerlingen werkten om vanuit een digitale instructie een lego-constructie in elkaar te zetten. Het grotendeels ontbreken van ICT in het klaslokaal was enigszins teleurstellend gezien de hooggespannen verwachtingen. Het betekent echter niet dat het onderwijs in Estland op digitaal gebied geen interessante fase doormaakt.

ICT wordt vanuit de overheid van Estland al vanaf eind vorige eeuw als een belangrijk middel gezien om het onderwijs te verbeteren. Dit is ook niet gek in een land waar digitalisering een enorme loop heeft genomen. Dat digitalisering nog niet zo sterk voorkomt als je in eerste instantie zou verwachten, wil niet zeggen dat het land niet bezig is een inhaalslag te maken. Het onderwijs van Estland moest nu ook eenmaal van ver komen. Achter de stappen die de overheid de afgelopen jaren heeft gezet zit een duidelijke visie, die naar ik vermoed zeker haar vruchten af zal gaan werpen. Ook op het gebied digitalisering geldt de wet op de stimulerende achterstand. Doordat er geen digitale voorzieningen in het onderwijs waren na de onafhankelijkheid, kreeg de overheid de ruimte eerst een goed plan te ontwikkelen alvorens de eerste heipalen de grond in gingen. Estland heeft ondertussen de nodige kennis in huis gehaald. Samen met o.a. Michael Fullan is de overheid een visie op toekomstbestendig onderwijs gaan vormgeven, waar digitalisering een grote rol in speelt.

De staat als aanjager van digitale onderwijsontwikkeling
Voorheen lag de focus van het onderwijs in Estland op een grote mate van autonomie van scholen en werden de scholen bestuurd door lokale overheden. Tegenwoordig is de staat de aanjager geworden van de ontwikkeling van het onderwijs. Het is de staat die zorgt voor een uniforme digitale onderwijsstructuur en digitale tools die scholen helpen om zichzelf te evalueren en te verbeteren. Het is de staat die scholing stimuleert en gratis aanbiedt aan schoolleiders en docenten om hen te ondersteunen in de vormgeving van digitalisering in het onderwijs. De staat stelt alles in het werk om de digitale kloof tussen de docent (digital immigrant) met de leerling (digital native) te verkleinen. In Estland is de staat de motor achter het toekomstig succes van digitalisering in het onderwijs. Het is de uniformiteit waarbij alle scholen in het land gebruik kunnen maken van dezelfde voorzieningen, tools, sites die het gebruik zullen versoepelen.

Digitalisering niet de enige focus
Hoewel digitalisering een prominente plaats inneemt in het Ests onderwijs, is dit niet de enige focus. Enige jaren geleden bleek uit een PISA-onderzoek naar het welbevinden van leerlingen op school dat Estse kinderen – net als kinderen in Finland – relatief ongelukkig waren op school. In ditzelfde onderzoek is ook gekeken naar het percentage 15-jarigen dat school erg leuk vindt (onderverdeeld in meisjes en jongens) en hierin scoort Estland nog slechter dan Finland. Slechts 10 procent van de meisjes en 4 procent van de jongens vindt onderwijs erg leuk. In Nederland vindt ter vergelijking 28 procent van de meisjes en 19 procent van de jongens van 15 jaar het onderwijs erg leuk (PISA, 2012). Ook ligt volgens een rapport van de World Health Organization de druk om te presteren een stuk hoger in Estland dan in Nederland. Zo vindt in Estland onder 15 jarige meisjes 47 procent zich onder druk staan om goed te presteren op school en 38 procent van de jongens (wat ongeveer overeenkomt met het Europese gemiddelde). In Nederland daarentegen ligt deze druk beduidend lager. 31 procent van de 15 jarige meisjes en slechts 17 procent van de jongens voelt vergelijkbare druk (HBSC, 2012).

Waar in Estse scholen voorheen de nadruk leek te liggen op kwalificatie, lijkt het eisenpakket aan scholen te groeien. Dat dit in de toekomst mogelijk ten koste zal gaan van de hoge PISA-scores betekent echter niet dat het Ests onderwijs in kwaliteit achteruit zal gaan. Integendeel. PISA heeft de afgelopen jaren veel kritiek gekregen en de tests hebben een beperkte focus (Robinson & Aronica, 2015). Net als Nederland lijkt het onderwijs in Estland zich bewust van het feit dat onderwijs meer moet bieden dan een goede voorbereiding op het examen. Een positief zelfbeeld, een gezonde levensstijl en goed burgerschap lijken ook in Estland meer ruimte te krijgen – en gelukkig maar. Hopelijk weet de Estse overheid haar vizier scherp te houden en niet over te gaan op paniekvoetbal mochten de PISA-cijfers gaan dalen.

Lees ook:

Bronnen:
● Eidhof, B., Houtte, M. v. & Vermeulen, M. (2016) Sociologen over onderwijs. Antwerpen: Garant Uitgevers.
● Health behaviour in school-aged children (HBSC) study (2012): international report from the 2009/2010 survey: Social determinants of health and well-being among young people.
● PISA 2012 Results in Focus (2012): What 15-year-olds know and what they can do with what they know.
● Robinson, K. & Aronica, L. (2015) Creative schools: revolutionizing education from the ground up. UK: St. Ives plc: Allen Lane.
● Visser, J. (2015) Wat de Esten en de Finnen ons kunnen leren over leren. De Correspondent.
● Visser, J. (2013) Finland is niet het beste jongetje van de klas. De Correspondent.
● VPRO-tegenlicht (2015) E-stonia: een land als een start-up.

Op uitwisseling in Europa: de verhalen! – deel III

In onze verhalenreeks van deze week over het Europese uitwisselingsprogramma Erasmus+ volgen we Jaden Silva en Annemarie van Saane van het Oranje Nassau College uit Zoetermeer. Zij gaan op uitwisseling naar Bulgarije en zijn bezig met de voorbereiding.

Jaden Silva

Even voorstellen:

“Mijn naam is Jaden Silva. Ik zit op het Oranje Nassau College in Zoetermeer. Ik doe mee aan een uitwisseling naar Bulgarije. Het leek me leuk om mee te doen, omdat ik erg benieuwd ben naar het (school)leven van mensen van mijn leeftijd die ook uit Europa komen. Ik ben nog nooit eerder in Bulgarije geweest en ben erg benieuwd wat me allemaal te wachten staat. Volgens mij is het er heel erg mooi. We komen na de vliegreis aan in Sofia en gaan daarna naar Vratsa. Dat is ongeveer anderhalf uur rijden vanaf Sofia.

Graag ontmoeten
Ik heb al contact met mijn Host Student (persoon waarbij ik logeer). Ze lijkt me erg aardig en ik wil haar graag ontmoeten. Ik weet dat ik mijn eigen kamer krijg en dat we mee gaan lopen bij hun op school. Ook gaan we in het weekend nog terug naar Sofia. Ik hoop dat ik meer te weten kom over Bulgarije en dat het een hele leuke beleving wordt.”

Even voorstellen:
“Ik ben Annemarie en zit in het vierde leerjaar van HAVO op het Oranje Nassau College Parkdreef. Ik doe mee aan het Erasmus + Project om mijn Engels te verbeteren en nieuwe mensen en culturen te leren kennen. Ook lijkt het me een leuke ervaring. Om me voor te bereiden heb ik de laatste tijd veel Engels gelezen om mijn woordenschat te vergroten.

Annemarie van Saane

Bulgaars opgezocht
Ik heb contact gehad met een Bulgaarse jongen, hij is alleen niet mijn uitwisseling. Ik kijk het meest uit naar de activiteiten met de groep. Het minst kijk ik uit naar het alleen in een gezin zijn. Ik heb een paar woordjes Bulgaars opgezocht op het internet. Maar omdat het Bulgaars andere letters heeft, is het moeilijk om te begrijpen.  Voor dit project moest ik een interview houden met de decaan van onze school. Ook moest ik een opstel schrijven over vervolgopleidingen en welk werk ik later wil gaan doen.“ Groeten Annemarie van Saane.

Meer info: http://www.erasmusplus.nl